Carotisstenose

De carotis arterie is de slagader in de hals die de bloedtoevoer naar de hersenen en het gelaat verzorgt. Carortisstenose wordt veroorzaakt door atherosclerose (‘aderverkalking’). Atherosclerose is het gevolg van de afzetting van vetten en van een ontstekingsreactie in de bloedvatwand. Hierdoor kan een vernauwing ontstaan in het bloedvat. Indien dit in de carotis arteries gebeurt spreken we van carotisvernauwing of -stenose. Het kan zich ofwel rechts, ofwel links ofwel aan beide zijden voordoen.

Carotisstenose is een belangrijke oorzaak van herseninfarct of van ‘transient isschemic attack’ (TIA), wat een korststondig verlies is van bepaalde hersenfuncties (spraak, motorisch, …). De tijdige diagnose en behandeling van carotisstenose kan het risico op een herseninfarct sterk verminderen.

Risicofactoren:

Diabetes
Roken
Hoge cholesterol
Hoge bloeddruk

Symptomen:

Vaak geen, zolang de stenose beperkt is
Een eerste verschijnsel is vaak een TIA, als de stenose ernstiger wordt (> 80 % vernauwing)
Een TIA kan volgende symptomen geven:
- Plotse, felle hoofdpijn zonder gekende oorzaak
- Duizeligheid of evenwichtsverlies
- Krachtsverlies of verlamming van één of meer ledematen
- Plots, wazig zicht
- Voos gevoel in het gelaat of ter hoogte van een lidmaat
- Spraakstoornissen

Bij een TIA verdwijnen deze symptomen altijd maar het risico dat het zich herhaalt of, erger, dat een herseninfarct optreedt is groot. Een TIA moet dus steeds de aanleiding zijn voor het onderzoek van de carotis arteries en voor het herstel van de carotisstenose door de vaatchirurg om een herseninfarct te voorkomen.

Diagnose

Auscultatie (onderzoek met de stethoscoop): Met de stethoscoop is een geruis hoorbaar ter hoogte van de halsvaten maar niet alle carotisstenosen geven een geruis. Uitzonderlijk hoort de patiënt zelf, als het rustig is, bijvoorbeeld voor hij inslaapt, een geruis in het oor, synchroon met de hartslag.

Duplex onderzoek: Dit is een combinatie van echografie en doppler onderzoek. Het is een pijnloos onderzoek dat onmiddellijk kan gebeuren tijdens de eerste raadpleging bij Medivat. Het duurt ongeveer 20 minuten.

CT angiografie en/of MR angiografie: Dit zijn radiologische onderzoeken van de bloedvaten waarbij contraststof gebruikt wordt om de bloedstroom en eventuele vernauwingen te visualiseren. Deze onderzoeken gebeuren in het ziekenhuis op de dienst radiologie. Afhankelijk van de ernst van uw klachten en nierwerking gebeuren de onderzoeken op ambulante basis of via een ziekenhuisopname.

Medicatie

Acetylsalicylzuur (Aspirine) en clopidogrel (Plavix) verminderen de activatie en binding van plaatjes, wat een bloedcomponent is. Deze medicatie helpt bij het voorkomen van herseninfarct bij patiënten bij wie een operatie niet aangewezen is. Het wordt meestal ook gegeven aan patiënten die een operatie voor carotisstenose hebben ondergaan, om herval te voorkomen.

Behandeling van de risicofactoren

stoppen met roken, behandeling van hoge bloeddruk en suikerziekte, verlaging van het cholesterolgehalte in het bloed, indien het te hoog is, door diëet (vetarm, vooral vermijden van “slechte” – verzadigde vetzuren - vetten) en door specifieke medicatie.

Carotisarterie stenting

Dit is een procedure waarbij een stent wordt ingebracht in de carotisarterie via een kleine insnede in de lies. De stent wordt ter hoogte van de vernauwing geplaatst zodat er terug een grotere bloedstroom naar de hersenen mogelijk is.

Carotisendarteriectomie

Dit is een veilige, standaardoperatie die sinds jaren zijn effectiviteit in het voorkomen van herseninfarct en TIA heeft bewezen. Het is het chirurgisch vrijmaken van de halsslagader, het afklemmen van het bloedvat onder en boven de stenose, het openen van de vaatwand en als het ware het uitpellen van de vaatwandverdikking en -verkalking. Meestal wordt het vat terug gesloten door innaaien van een 'patch'. Dit is een reepje kunststof dat als verwijding dient, door het in te naaien aan beide zijden van de snee in het vat. Als het vat breed genoeg is, is een patch niet nodig. De operatie gebeurt onder algemene narcose of regionale verdoving. De patiënt kan meestal na één of twee dagen het ziekenhuis verlaten.

Wat is de beste behandeling voor mij?

De chirurg zal steeds al de behandelingsopties met u bespreken en de meest aangewezen behandeling bepalen op basis van tal van gegevens zoals stenosegraad, klachten, risicofactoren voor herseninfarct, uw algemene toestand, enz.